Frederik Naert
Dit nummer van het Tijdschrift opent zeer bedroefd met een in
memoriam voor en eerbetoon aan één van de grote voorvechters
van het recht der gewapende conflicten: Frédéric de Mülinen. Dit
nummer is opgedragen aan Frédéric, die ook Ere-Voorzitter was van de
Internationale Vereniging voor Militair Recht en Oorlogsrecht.
De artikels in dit boekdeel behandelen de relatie tussen zelfverdediging
en inzetregels (die ingewikkelder is dan vaak wordt gedacht) en
de discussie tussen Britse militaire en overheidsjuristen over het
juridisch statuut van het verslagen Nazi-Duitsland. Deze laatste
bijdrage is opgenomen zowel omwille van haar intrinsieke waarde
- de Internationale Vereniging voor Militair Recht en Oorlogsrecht
heeft traditioneel steeds aandacht besteed aan de geschiedenis van
het oorlogsrecht - als omwille van de interessante vergelijking met de
stelling dat we na ‘9/11’ met een nieuwe toestand te maken hadden/
hebben.
Het deel over rechtspraak en recente ontwikkelingen gaat opnieuw
over detentie, in het bijzonder over de uitspraak van het Britse House
of Lords in Al-Jedda inzake detentie door Britse strijdkrachten in Irak
en over een arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens
over detentie in een militaire maritieme anti-drugsoperatie (Medvedyev).
De toepasselijkheid van mensenrechten op militaire operaties, in het
bijzonder inzake detentie, moet duidelijk nog verder worden uitgeklaard.
Deze rubriek bevat voorts een bespreking van een beslissing van het
Duitse Grondwettelijk Hof over de rol van het Duitse parlement met
betrekking tot de inzet van de Duitse strijdkrachten,
Gezien de nauwe band tussen dit Tijdschrift en de Internationale
Vereniging voor Militair Recht en Oorlogsrecht bevat dit boekdeel het
programma en enkele teksten van het 7de ‘Seminar for Legal Advisors
to the Armed Forces’ van deze vereniging over ‘Legal Advisors in
Post-Conflict Operations’, georganisserd in Windhoek, Namibia, in
maart 2008.